De in een index gebruikte interpunctie specificeren

Via het dialoogvenster Indexvoorkeuren kunt u de interpunctie opgeven die automatisch wordt toegevoegd wanneer u een index genereert.

  1. Kies QuarkXPress/Bewerk > Voorkeuren> Index.
  2. Voer voor de index en het verwijzingstypogram in de Scheidingstekens-velden de interpunctie in, inclusief spaties voor en achter.
    • Na ingang specificeert de interpunctie die direct na iedere ingang in een index komt (meestal een dubbele punt). “QuarkXPress: xii, 16–17, 19” bijvoorbeeld gebruikt een dubbele punt en een spatie na de indexingang “QuarkXPress”.

    Wanneer na een indexingang direct een verwijzing komt, worden de Vóór verwijzing-tekens gebruikt en niet de Na ingang-tekens.

    • Tussen paginacijfers specificeert de tekst of de interpunctie die wordt gebruikt om een opsomming met paginacijfers van elkaar te scheiden (meestal een komma of puntkomma). “QuarkXPress: xii, 16–17, 19” bijvoorbeeld gebruikt een komma en een spatie tussen de verschillende paginacijfers.
    • Tussen paginareeks specificeert de tekst of interpunctie die wordt gebruikt om een reeks pagina’s aan te geven (meestal een halve kastlijn of het woord “t/m” met voor en achter een spatie, zoals in: ” t/m “). “QuarkXPress: xii, 16–17, 19” bijvoorbeeld gebruikt een halve kastlijn tussen een paginareeks.
    • Vóór verwijzing specificeert de tekst of interpunctie die voor een verwijzing wordt gebruikt (meestal een punt; puntkomma of spatie). “QuarkXPress: xii, 16–17, 19. Zie ook Pagina-opmaak” gebruikt een punt en een spatie vóór de verwijzing.
    • Verwijzingsstijl specificeert het typogram dat voor verwijzingen moet worden gebruikt. Dit typogram wordt alleen toegekend aan “Zie”, “Zie ook” en “Zie aldaar”.
    • Tussen ingangen specificeert de tekst of interpunctie die wordt gebruikt tussen ingangsniveaus in een doorlopende index (meestal een puntkomma of een punt). In een doorlopende index staan de subingangen en sub-subingangen bij elkaar in een alinea en niet als geneste opsommingen. “QuarkXPress: xii, 16–17, 19; Printen met: 62–64; Zetten in: 32, 34” bijvoorbeeld gebruikt een puntkomma tussen de verschillende ingangen.

    In een geneste index worden de Tussen ingangen-tekens gebruikt als de interpunctie aan het eind van iedere alinea.

  3. Klik op OK.
Opmerking: De complete index bestaat uit vormgegeven tekst en niet uit dynamische koppelingen naar geïndexeerde tekst. Als u doorgaat met het bewerken van tekst of de Ingangen-lijst, moet u de index opnieuw genereren.
Opmerking: U kunt in elk van de Scheidingstekens-velden maximaal 72 lettertekens invoeren. U kunt in de Scheidingstekens-velden ook bepaalde “XPress Tags” (Opmaaklabels) gebruiken. Als u bijvoorbeeld in het veld Na ingang \t invoert, zal tijdens het genereren van de index na uw ingang automatisch een standaardtab worden ingevoegd.
Hoofdonderwerp: Werken met indexen

De in een index gebruikte interpunctie specificeren