Een afbeeldingsfragment maken
Wilt u een animatieobject maken met daarin een afbeeldingsfragment (Scène in een kader of Scène op een pad), moet u eerst een afbeeldingsfragmentopmaak opzetten. Een afbeeldingsfragmentopmaak is een speciaal soort interactieve opmaak waarin u voor elk beeldje in een afbeeldingsfragment een aparte pagina maakt.
We gaan als volgt een afbeeldingsfragmentopmaak creëren:
- Maak een animatieobject zoals is beschreven bij “Een object maken.” Zorg ervoor dat het animatieobject is geselecteerd.
- Wilt u aangeven dat u een afbeeldingsfragment wilt gebruiken, dan kiest u Scène in een kader of Scène op een pad in het keuzemenu Toon als.
- Wilt u een afbeeldingsfragmentopmaak creëren, dan kiest u Nieuw in het keuzemenu Scène. Het dialoogvenster Nieuwe interactieve opmaak verschijnt.
- Geef de opmaak een naam en voer een beeldsnelheid in het veld Beeldsnelheid in en klik vervolgens op OK. (De Breedte en Hoogte worden automatisch gekopieerd van het animatieobject.)
- Zorg ervoor dat Venster > Paginaopmaak is aangevinkt. Het palet Paginaopmaak geeft een pagina weer voor elk beeldje in uw afbeeldingsfragment.
Via het palet Paginaopmaak (Venster > Paginaopmaak) kunt u elk beeldje in een afbeeldingsfragment bekijken en openen.
- Selecteer de eerste naam van een afbeeldingsfragment door te dubbelklikken op de pagina in het palet Paginaopmaak, waarna u het eerste beeldje tekent met behulp van de paginagereedschappen van QuarkXPress, of u trekt een illustratiekader waarin u het eerste beeldje importeert van bestaande afbeeldingsfragmenten.
- Wilt u het tweede beeldje van de animatie maken, dan Control+klikt/rechtsklikt u op het palet Paginaopmaak, waar u Voeg pagina(‘s) in kiest. Het dialoogvenster Voeg pagina(‘s) in verschijnt.
- Typ 1 in het veld Invoegen in het dialoogvenster Voeg pagina(‘s) in en klik op OK. De tweede pagina verschijnt in het palet Paginaopmaak.
- Kopieer en plak de inhoud van de eerste pagina in de tweede pagina, zodat beide beeldjes identiek zijn. U kunt het palet Paginaopmaak gebruiken om te wisselen tussen de beeldjes.
- Werk de inhoud van het nieuwe beeldje bij om het definitieve beeldje te maken.
- Herhaal de vorige vier stappen totdat alle beeldjes compleet zijn.
- Wanneer u klaar bent, ga dan terug naar de presentatieopmaak met behulp van de opmaaktabbladen onderin het venster of door de opdracht Opmaakmodel > Ga naar te kiezen.
Opmerking: U kunt ook een knopopmaak maken op dezelfde manier als een presentatieopmaak door Archief/Bestand > Nieuw > Project of Opmaakmodel > Nieuw te kiezen. De reguliere manier om echter een afbeeldingsfragmentopmaak te creëren, is de methode die hierboven is beschreven. Wanneer u die benadering gebruikt, wordt de kaderafmeting automatisch vastgelegd en gebruikt voor de nieuwe afbeeldingsfragmentopmaak.
Hoofdonderwerp: Werken met animatieobjecten