Werken met toetsopdrachten
Hoewel menu’s een eenvoudige en intuïtieve manier bieden om u te verplaatsen binnen een presentatie, werken ervaren gebruikers toch graag met toetsopdrachten die snel toegang verlenen tot veelgebruikte opdrachten. Via het tabblad Toetsen in het Interactief-palet kunt u toetsopdrachten maken die het volgende voor u doen:
- Een event in gang zetten dat is gekoppeld aan een klik op de knop.
- Een event in gang zetten dat is gekoppeld aan een menuoptie.
- Automatisch een specifiek script draaien wanneer een toetsopdracht wordt gebruikt.
Een toetsopdracht wordt als volgt gemaakt:
- Klik op het tabblad Toetsen in het Interactief-palet.
- Kies een optie in de schuiflijst Pagina:
- Kies Alle om toetsopdrachten te maken die scripts laten draaien ongeacht op welke pagina de eindgebruiker staat.
- Kies de naam van een basispagina om alle knoppen en menu’s op die basispagina in de schuiflijst aan de rechterkant te zetten, en om toetsopdrachten te maken die alleen scripts draaien wanneer de eindgebruiker op een pagina staat die is gebaseerd op die basispagina.
- Kies een paginacijfer om alle knoppen en menu’s op die pagina in de schuiflijst aan de rechterkant beschikbaar te maken, en om toetsopdrachten te maken die alleen scripts draaien wanneer de eindgebruiker op die pagina staat.
- Om te bepalen welke objecten verschijnen in de schuiflijst aan de rechterkant, kiest u een optie in het keuzemenu Toon. Als u bijvoorbeeld een toetsopdracht wilt maken die een event in gang zet dat is gekoppeld aan een klik op een knop, kunt u Knoppen kiezen om alleen knoppen in de schuiflijst weer te geven.
- Geef als volgt een doel voor de toetsopdracht aan:
- Voer in het veld Toetsalias een toetscombinatie in. U kunt alle toetsen op het toetsenbord gebruiken in iedere combinatie met de toetsen Command, Shift, Option en Control (Mac OS) of Ctrl, Shift en Alt (Windows) om een geldige toetsopdracht te maken–uitgezonderd de opdrachten die al zijn gereserveerd voor algemene taken, zoals Command+Q/Alt+F4, die zijn bestemd voor het sluiten van de presentatie.
Via het tabblad Toetsen in het Interactief -palet kunt u toetsopdrachten maken die u kunt koppelen aan scripts.
Opmerking: U kunt bepaalde toetsopdrachten niet gebruiken in uw interactieve opmaken, omdat deze toetsopdrachten zijn gereserveerd voor standaardtaken of gewoon niet beschikbaar zijn (ze bestaan niet) op het toetsenbord onder Mac OS of Windows.
Opmerking: Iedere nieuwe interactieve opmaak krijgt automatisch een toetsopdracht toegewezen met de naam “GaNaarVolgende” (pijl naar rechts) en een toetsopdracht met de naam “GaNaarVorige” (pijl naar links). Deze toetsopdrachten zijn gekoppeld aan scripts die de volgende en vorige pagina weergeven. Ze zijn ervoor om het navigeren te vereenvoudigen en kunnen probleemloos worden verwijderd als u ze niet wilt gebruiken.
Hoofdonderwerp: Interactieve bouwstenen maken