Actieverwijzing
In dit gedeelte krijgt u een overzicht met acties die beschikbaar zijn in presentatieopmaken. Ook wordt meteen aangegeven hoe iedere actie werkt. U kunt even terugbladeren naar deze paragraaf wanneer u acties gaat koppelen aan gebruikersevents en bij het samenstellen van scripts.
PAD |
ACTIE |
BESCHRIJVING |
---|---|---|
Geen actie |
Geen actie |
Doet niets. |
Animatie > Pauzeer |
Pauzeer animatie |
Pauzeert het aangegeven animatieobject. |
Animatie > Speel af |
Speel animatie af |
Speelt het aangegeven animatieobject af. Als de animatie is gepauzeerd, gaat u straks verder vanaf de laatste positie. Als de animatie is gestopt, gaat u gewoon weer beginnen vanaf het begin. |
Animatie > Speel af in object |
Speel animatie in object af |
Speelt het aangegeven afbeeldingsfragment af in het aangegeven animatieobject. |
Animatie > Speel af op pad |
Speel animatie op pad af |
Speelt het aangegeven afbeeldingsfragment in het aangegeven animatieobject af terwijl het object zich langs het aangegeven pad beweegt. |
Animatie > Stop |
Stop |
Stopt het aangegeven animatieobject. |
Knop > Niet actief |
Knop niet actief |
Schakelt het gespecificeerde knopobject uit. |
Knop > Actief |
Knop actief |
Schakelt het gespecificeerde knopobject in. |
Knop > Uit |
Zet knop uit |
Zet het aangegeven knopobject in de Uit-status. |
Knop > Aan |
Zet knop aan |
Zet het aangegeven knopobject in de Aan-status. |
Control > Break If |
Break If |
Alleen beschikbaar in scripts. Hiermee kunt u uit een Loop-lus gaan. Zie “Voorwaardelijke statements gebruiken”. |
Control > Else |
Else |
Alleen beschikbaar in scripts. Maakt een aftakking in een If statement. Zie “Voorwaardelijke statements gebruiken”. |
Control > End If |
End If |
Alleen beschikbaar in scripts. Markeert het einde van een If statement. Zie “Voorwaardelijke statements gebruiken”. |
Control > End Loop |
End Loop |
Alleen beschikbaar in scripts. Markeert het einde van een Loop-lus. Zie “Voorwaardelijke statements gebruiken”. |
Control > End While |
End While |
Alleen beschikbaar in scripts. Markeert het einde van een While-lus. Zie “Voorwaardelijke statements gebruiken”. |
Control > If |
If |
Alleen beschikbaar in scripts. Markeert het begin van een If statement. Zie “Voorwaardelijke statements gebruiken”. |
Control > Loop |
Loop (Lus) |
Alleen beschikbaar in scripts. Markeert het begin van een Loop-lus. Zie “Voorwaardelijke statements gebruiken”. |
Control > While |
While |
Alleen beschikbaar in scripts. Markeert het begin van een While-lus. Zie “Voorwaardelijke statements gebruiken”. |
Cursor > Verberg |
Verberg cursor |
Verbergt de muisaanwijzer. |
Cursor > Toon |
Toon cursor |
Toont de muisaanwijzer als deze is verborgen. |
Cursor > Gebruik |
Gebruik cursor |
Wijzigt de muisaanwijzer in het aangegeven symbool. |
Expressie > Instellen |
Instellen |
Hiermee kunt u een expressie configureren die kan worden uitgevoerd. Zie “Wat u moet weten van expressies” voor meer informatie over expressies. |
Internet > Haal tekst-URL op |
Haal tekst-URL op |
Haalt de tekstuele inhoud van het document op bij de gespecificeerde URL en zet dit in het aangegeven tekstkaderobject. N.B.: Wanneer het geëxporteerde SWF-bestand van deze presentatie wordt bekeken in een webbrowser, moet de URL voor deze actie hetzelfde superdomein hebben als het SWF-bestand (mits bekeken in Flash Player versie 6) of hetzelfde domein als het SWF-bestand (mits bekeken in Flash Player versie 7.) N.B.: Als een tekstbestand dat wordt weergegeven met deze actie twee harde returns achter elkaar bevat, worden drie harde returns weergegeven. N.B.: Wilt u met deze actie werken, dan moet een URL beginnen met het voorvoegsel “http://”. N.B.: Als u een koppeling maakt met een tekstbestand op uw bureaublad of in een bestandssysteem, moet u het volledige systeempad specificeren naar het bestand op een Mac OS-computer, tenzij het tekstbestand in dezelfde map staat als uw geëxporteerde SWF-bestand (in dat geval hoeft u alleen maar de naam van het tekstbestand op te geven in plaats van het volledige systeempad). |
Internet > Haal op variabele |
Haal op variabele |
Haalt de content op van een benoemde variabele in een URL-gecodeerd tekstbestand en zet die content in een tekstkaderobject. N.B.: Wanneer het geëxporteerde SWF-bestand van deze presentatie wordt bekeken in een webbrowser, moet de URL voor deze actie hetzelfde superdomein hebben als het SWF-bestand (mits bekeken in Flash Player versie 6) of hetzelfde domein als het SWF-bestand (mits bekeken in Flash Player versie 7.) N.B.: Wilt u met deze actie werken, dan moet een URL beginnen met het voorvoegsel “http://”. |
Internet > Open URL |
Open URL |
Stuurt de aangegeven URL naar de standaard webbrowser. Staat als optie de eindgebruiker toe de URL in te voeren. N.B.: Wilt u met deze actie werken, dan moet een URL beginnen met het voorvoegsel “http://”. |
Internet > Stuur pagina |
Stuur pagina |
Stuurt de inhoud van een bewerkbaar tekstkader, het geselecteerde item in een schuiflijst of in een keuzemenu, de statussen van een Aan/Uit-knop en de geselecteerde knop in een Aan/Uit-knopgroep op de aangegeven pagina naar de aangegeven URL. U kunt het antwoord (de inhoud van bovengenoemd item) in een tekstkaderobject zetten of dit behandelen als een bestand dat moet worden bewaard op de computer van de eindgebruiker. N.B.: Wanneer het geëxporteerde SWF-bestand van deze presentatie wordt bekeken in een webbrowser, moet de URL voor deze actie hetzelfde superdomein hebben als het SWF-bestand (mits bekeken in Flash Player versie 6) of hetzelfde domein als het SWF-bestand (mits bekeken in Flash Player versie 7.) N.B.: Wilt u met deze actie werken, dan moet een URL beginnen met het voorvoegsel “http://”. |
Lijst > Haal selectie op |
Haal lijstselectie op |
Kopieert de tekst of het positienummer van een geselecteerd item in elk type tekstkaderobject naar een ander type tekstkaderobject, of naar een bestand dat moet worden bewaard op de computer van de eindgebruiker. |
Menubalk > Voeg menu-item toe |
Menu-item toevoegen |
Voegt aan de aangegeven menubalk een menu-item toe. U kunt de naam van het menu-item handmatig specificeren of inlezen via een tekstkaderobject. U kunt voor het nieuwe menu-item een lijst met submenu’s specificeren en aan elk menu een waarde en een script koppelen. |
Menubalk > Aankruisen |
Menubalk aankruisen |
Kruist een menu-item aan in de gespecificeerde menubalk. |
Menubalk > Item niet actief |
Menu-item niet actief |
Deactiveert een menu-item in de gespecificeerde menubalk. |
Menubalk > Item actief |
Menu-item actief |
Activeert een menu-item in de gespecificeerde menubalk. |
Menubalk > Verwijder item |
Verwijder menu-item |
Verwijdert een menu-item uit de gespecificeerde menubalk. |
Menubalk > Deselecteer |
Deselecteer menubalk |
Deselecteert een menu-item in de gespecificeerde menubalk. |
Object > Niet actief |
Object niet actief |
Deactiveert een object en voorkomt dus interactie van de eindgebruiker met dat object. |
Object > Toon afbeelding |
Toon afbeelding |
Toont een afbeelding in een object gebaseerd op een illustratiekader. N.B.: Met deze actie worden progressieve afbeeldingen en afbeeldingen die gebruikmaken van de CMYK kleurruimte niet goed weergegeven, terwijl afbeeldin |
Object > Sleep |
Sleep object |
Hiermee kan de gebruiker een object slepen. Gewoonlijk toegepast op het gebruikersevent Klik omlaag. |
Object > Kopieer |
Kopieer object |
Hiermee kan de gebruiker een object via slepen kopiëren. Gewoonlijk toegepast op het gebruikersevent Klik omhoog. |
Object > Actief |
Object actief |
Activeert een gedeactiveerd object. |
Object > Verberg |
Verberg object |
Verbergt een object, met een optioneel overgangseffect. |
Object > Herstel |
Herstel object |
Zet een object terug naar zijn oorspronkelijke instellingen en zijn Home-positie (waar het stond toen de presentatie werd gestart). |
Object > Positie specificeren |
Objectpositie specificeren |
Specificeert de positie van een object. |
Object > Toon |
Toon object |
Toont een object dat eerst verborgen was, met een optioneel overgangseffect. |
Object > Schuif |
Schuif object |
Verplaatst een object van de ene naar de andere positie via een geanimeerd “schuif”effect. |
Pagina > Toon |
Toon pagina |
Toont een bepaalde pagina in de presentatie, met een optioneel overgangseffect. |
Pagina > Toon eerste |
Toon eerste pagina |
Toont de eerste pagina in de presentatie, met een optioneel overgangseffect. |
Pagina > Toon laatste |
Toon laatste pagina |
Toont de laatste pagina in de presentatie, met een optioneel overgangseffect. |
Pagina > Toon volgende |
Toon volgende pagina |
Toont de volgende pagina in de presentatie, met een optioneel overgangseffect. |
Pagina > Toon vorige |
Toon vorige pagina |
Toont de vorige pagina in de presentatie, met een optioneel overgangseffect. |
Pagina > Haal beschrijving op |
Haal paginabeschrijving op |
Haalt de beschrijving op die is toegekend aan een pagina via het veld Paginabeschrijving in het tabblad Pagina in het Interactief-palet. |
Pagina > Haal naam op |
Haal paginanaam op |
Haalt de naam op die is toegekend aan een pagina via het veld Paginanaam in het tabblad Pagina in het Interactief-palet. |
Pagina > Ga terug |
Ga terug |
Toont de meest recent bekeken pagina van de presentatie. |
Keuzelijst (of Keuzemenu) > Voeg item toe |
Menu-item toevoegen |
Voegt een menu-item toe aan het gespecificeerde keuzemenuobject (of keuzelijstobject). |
Keuzelijst > Haal keuzelijstselectie op |
Haal keuzelijstselectie op |
Haalt het geselecteerde menu-item op (op naam of nummer) uit het aangegeven keuzelijstobject en zet dit in het gespecificeerde tekstkaderobject. U kunt het menu-item toevoegen aan het begin van de tekst, aan het eind van de tekst, alle tekst vervangen door het menu-item, of alleen een tekstselectie vervangen door het menu-item. |
Keuzelijst > Item niet actief |
Menu-item niet actief |
Deactiveert een menu-item in het gespecificeerde keuzelijstobject. |
Keuzelijst > Item actief |
Menu-item actief |
Activeert een menu-item in het gespecificeerde keuzelijstobject. |
Keuzelijst > Verwijder item |
Verwijder menu-item |
Verwijdert een menu-item uit het gespecificeerde keuzelijstobject. |
Keuzelijst > Keuzelijstselectie specificeren |
Keuzelijstselectie specificeren |
Selecteert het aangegeven menu-item in het aangegeven keuzelijstmenuobject. U kunt het doelmenu-item opgeven op naam of op nummer (te beginnen met 1). |
Print > Huidige pagina |
Print huidige pagina |
Print de actieve pagina van de presentatie. |
Print > Tekstobject |
Print tekstobject |
Print de inhoud van een tekstobject. |
Script > Niet actief |
Script niet actief |
Deactiveert een script. |
Script > Actief |
Script actief |
Activeert een script. |
Script > Draai |
Draai script |
Draait een script. |
Script > Stop |
Stop script |
Stopt een script. Gestopte script kunnen niet worden hervat. |
Geluid > Piep |
Piep |
Zorgt dat de computer piept. |
Geluid > Pauze |
Pauzeer geluid |
Pauzeert een geluid. |
Geluid > Speel af |
Speel geluid |
Speelt een geluid af. |
Geluid > Speel achtergrond af |
Speel achtergrondgeluid af |
Speelt een achtergrondgeluid af. |
Geluid > Achtergrondvolume instellen |
Achtergrondvolume instellen |
Stelt het volume van een achtergrondgeluid in. |
Geluid > Volume instellen |
Geluidsvolume instellen |
Stelt het volume van een geluid in. |
Geluid > Stop |
Stop geluid |
Stopt een geluid. |
Geluid > Stop achtergrond |
Stop achtergrondgeluid |
Stopt een achtergrondgeluid. |
SWF > Laden |
Laden |
Laadt een geïmporteerde SWF-presentatie in het geheugen van een SWF-object. |
SWF > Pauze |
Pauze |
Pauzeert een geïmporteerde SWF-presentatie. |
SWF > Draai |
Draai |
Start een geïmporteerde SWF-presentatie. |
SWF > Stop |
Stop |
Stopt een geïmporteerde SWF-presentatie. |
SWF > Ontlaad |
Ontlaad |
Ontlaadt een geïmporteerde SWF-presentatie uit het geheugen. |
Tekst > Kopieer |
Kopieer tekst |
Kopieert de geselecteerde tekst vanuit een tekstkaderobject naar het klembord. Werkt niet voor gebruikersevents die gebruikmaken van een muisklik, omdat een muisklik alle tekst zou deselecteren. |
Tekst > Knip |
Knip tekst |
Knipt de geselecteerde tekst (indien mogelijk) vanuit een tekstkaderobject naar het klembord. Werkt niet voor gebruikersevents die gebruikmaken van een muisklik, omdat een muisklik alle tekst zou deselecteren. |
Tekst > Deselecteer |
Deselecteer tekst |
Deselecteert de geselecteerde tekst in een tekstkaderobject. |
Tekst > Zoek |
Zoek tekst |
Zoekt naar tekst in een specifiek tekstkaderobject. U kunt een letterlijke zoekstring specificeren of de string inlezen via een ander tekstkaderobject. |
Tekst > Haal tekst op via URL |
Haal tekst op via URL |
Haalt de tekst op uit een URL en zet deze in een tekstkaderoject. U kunt de URL letterlijk specificeren of hem inlezen vanuit een ander tekstkaderobject. Het doel van de URL kan in zijn totaliteit worden opgehaald, regel voor regel, of in door tekens gescheiden stukken tekst. N.B.: Wanneer het geëxporteerde SWF-bestand van deze presentatie wordt bekeken in een webbrowser, moet de URL voor deze actie hetzelfde superdomein hebben als het SWF-bestand (mits bekeken in Flash Player versie 6) of hetzelfde domein als het SWF-bestand (mits bekeken in Flash Player versie 7.) N.B.: Als een tekstbestand dat wordt weergegeven met deze actie twee harde returns achter elkaar bevat, worden drie harde returns weergegeven. N.B.: Wilt u met deze actie werken, dan moet een URL beginnen met het voorvoegsel “http://”. |
Tekst > Plak |
Plak tekst |
Hiermee plakt u tekst in die is gekopieerd of geknipt aan de hand van een Kopieer tekst- of Knip tekst-actie in een tekstkaderobject. |
Tekst > Post naar URL |
Post naar URL |
Stuurt de inhoud van één of alle bewerkbare objecten op de pagina naar een URL met de GET- of POST-methode. U kunt de URL letterlijk specificeren of hem inlezen vanuit een ander tekstkaderobject. N.B.: Als u met deze actie wilt kunnen werken, moet in een URL een dubbele punt (:) staan. Als de URL begint met een dubbele punt, wordt uitgegaan van het voorvoegsel “http://”. |
Tekst > Selecteer |
Selecteer tekst |
Selecteert tekst in een tekstkaderobject. U kunt het begin- en eindpunt van de selectie zelf specificeren. |
Tekst > Tekst specificeren |
Tekst specificeren |
Vervangt tekst of voegt tekst in een tekstkaderobject in. De nieuwe tekst kan letterlijk worden gespecificeerd of worden ingelezen vanuit een ander tekstkaderoject. U kunt het begin- en eindpunt van de invoeg- of vervangende tekst zelf specificeren. |
Tekstopmaak > Uitlijning |
Tekstuitlijning |
Specificeert de uitlijning van tekst in een tekstkaderobject. |
Tekstopmaak > Kleur |
Tekstkleur |
Kent een kleur toe aan tekst in een tekstkaderobject. |
Tekstopmaak > Font |
Tekstfont |
Kent een font toe aan tekst in een tekstkaderobject. |
Tekstopmaak > Inspringing |
Tekst inspringen |
Laat de tekst in een tekstkaderobject inspringen. |
Tekstopmaak > Interlinie |
Tekstinterlinie |
Specificeert de verticale ruimte voor tekst in een tekstkaderobject. |
Tekstopmaak > Stijl |
Tekststijl |
Kent de vormgeving standaard, vet, cursief of onderstreept toe aan tekst in een tekstkaderobject. N.B.: Zelfs als een project een actie bevat die tekst zodanig vormgeeft dat de vette versie van een font wordt gebruikt en u configureert de exportopties zodanig dat alle fonts worden ingesloten, krijgt het geëxporteerde project pas de vette versie van het font als de vette versie van dat font wordt toegepast in een tekstkader ergens in de opmaak. |
Video > Toon in object |
Toon video in object |
Toont het eerste beeldje van een filmpje in een specifiek video-object. |
Video > Pauze |
Pauzeer video |
Pauzeert een filmpje in een video-object. Wanneer een gepauzeerd filmpje opnieuw wordt afgespeeld, wordt begonnen vanaf het punt waar de pauze was ingetreden. |
Video > Speel af |
Speel video af |
Speelt vanaf het begin een filmpje af in een video-object. |
Video > Speel af in object |
Speel video in object af |
Speelt vanaf het begin een filmpje af in een specifiek video-object. Met deze actie kunt u meer dan één filmpje afspelen in hetzelfde video-object. |
Video > Volume instellen |
Videovolume instellen |
Stelt het volume in voor het geluid in een filmpje in een video-object. |
Video > Stop |
Stop video |
Stopt het afspelen van een filmpje in een video-object. Gestopte filmpjes beginnen vanaf het begin als ze opnieuw worden afgespeeld. |
Venster > Sluit |
Sluit venster |
Sluit een vensterobject. |
Venster > Sleep |
Sleep venster |
Hiermee kan de gebruiker een vensterobject slepen. Gewoonlijk toegepast op het gebruikersevent Klik omlaag. |
Venster > Kopieer |
Kopievenster |
Hiermee kan de gebruiker een kopie van een vensterobject maken. Gewoonlijk toegepast op het gebruikersevent Klik omhoog. |
Venster > Open |
Open venster |
Opent een vensterobject. |
Venster > Titel specificeren |
Titel specificeren |
Specificeert de titelbalktekst voor een vensterobject. |
Andere > Interactie gebruiker toestaan |
Interactie gebruiker toestaan |
Als u deze actie hebt uitgevoerd, gaat de player door met het verwerken van gebruikersevents. Deze actie wordt gewoonlijk gebruikt samen met de actie Geen gebruikersinteractie toestaan om gebruikerse |
Andere > Vertraging |
Vertraging |
De presentatie wordt gedwongen om niets te doen gedurende een bepaalde tijdsperiode of om te wachten op een bepaald event. |
Andere > Toetsenbord niet actief |
Toetsenbord niet actief |
Voorkomt dat de presentatie de invoer via het toetsenbord herkent. |
Andere > Geen gebruikersinteractie toestaan |
Geen gebruikersinteractie toestaan |
Als u deze actie hebt uitgevoerd, worden alle gebruikersevents (inclusief muisevents en toetsenbordevents) geblokkeerd. |
Andere > Toetsenbord actief |
Toetsenbord actief |
Hierdoor kan de presentatie invoer via het toetsenbord herkennen. |
Andere > Open project |
Open project |
Opent een andere SWF-presentatie en sluit de huidige SWF-presentatie. |
Andere > Stop |
Stop |
Sluit de Flash-speler. |