Lijnen een andere afmeting geven
U kunt de afmetingen van actieve rechte lijnen wijzigen op een van de volgende manieren:
- Selecteer het verplaatsgereedschap en zet de pijlaanwijzer boven een itemhandvat om het afmetingsymbool/pictogram zichtbaar te maken. Klik en sleep het handvat naar een nieuwe locatie om de lengte van de lijn te verkleinen of te vergroten.
- Kies Item > Wijzig (Command+M/Ctrl+M) en klik vervolgens op het tabblad Lijn. Klik op het keuzemenu Wijze om de vier mogelijke opties weer te geven (zie “Lijnmodi voor rechte lijnen“). Kies Linkerpunt, Middelpunt of Rechterpunt om een Lengte-veld zichtbaar te maken. Voer in het Lengte-veld waarden in om de lengte van een lijn met grote nauwkeurigheid aan te passen. Klik vervolgens op OK.
- Kies daarna Linkerpunt, Middelpunt of Rechterpunt in het keuzemenu Lijnmodus in het tabblad Klassiek of Spatie/uitlijnen in het Parameter-palet om het L (Lengte)-veld zichtbaar te maken. Als u de lengte van een lijn exact wilt wijzigen, voer dan in het L-veld een waarde in en druk vervolgens op Return/Enter.
U kunt een Bézier-lijn schalen door de grootte van het begrenzende kader aan te passen. Zorg er dan eerst voor dat Item > Pas aan > Vorm is gedeselecteerd en schaal de lijn dan net zoals een regulier kader.
Hoofdonderwerp: Werken met lijnen