Werken met opmaken
Het is eenvoudig om te navigeren tussen opmaken, opmaken toe te voegen, te dupliceren en te wissen.
Gebruik de tabbladen bovenin het projectvenster om tussen opmaken te navigeren.
Wilt u een opmaak toevoegen aan het actieve project, dan kiest u Opmaakmodel > Nieuw of u klikt op een opmaaktabblad, waarna u Nieuw kiest in het contextmenu.
Wilt u een opmaak dupliceren, zet dan de opmaak die u wilt dupliceren op het scherm, kies vervolgens Opmaakmodel > Dupliceer of kies Dupliceer in het contextmenu van het opmaaktabblad.
Wilt u de eigenschappen van een opmaak wijzigen, zet dan de opmaak op het scherm, kies vervolgens Opmaakmodel > Opmaakeigenschappen of kies Opmaakeigenschappen in het contextmenu van het tabblad Opmaak. Het dialoogvenster Opmaakeigenschappen verschijnt.
Wilt u de eigenschappen van een opmaak wijzigen, zet dan de opmaak op het scherm, kies vervolgens Opmaakmodel > Wis of kies Wis in het contextmenu van het tabblad Opmaak.
Wanneer u de volgende opdrachten gebruikt, wordt alleen de actieve opmaak opgenomen in de definitieve afdruk:
- Archief/Bestand > Exporteer > PDF
- Archief/Bestand > Exporteer > Bewaar pagina als EPS
- Archief/Bestand > Verzamel voor servicebureau
- Archief/Bestand > Print
- Archief/Bestand > Exporteer > HTML (alleen voor Web-opmaken)