De spelling controleren
Wilt u de spelling controleren, dan kiest u een optie in het submenu Functies > Controleer spelling. Het Controleer spelling-palet verschijnt.
Controleer spelling-palet
Wilt u het bereik van de spellingcontrole veranderen, dan kiest u een optie uit het keuzemenu Controleer. U kunt een keuze maken uit de opties Woord, Selectie, Eind van artikel, Artikel of Opmaak. Als u Opmaakt kiest, slaat de spellingcontrole toegepaste basispagina-items over en controleert de spellingcontrole de basispagina(s) nadat de spelling op alle opmaakpagina’s is gecontroleerd. Wilt u de spelling in vergrendelde tekstkaders, cellen en tekstpaden controleren, schakel dan het selectievakje Zoek naar vergrendelde inhoud in. De spellingcontrole start altijd vanaf het tekstinvoegpunt.
Klik op Start om een spellingcontrole te starten. Wilt u de spelling vanaf het begin van de actieve tekst controleren, druk dan op Shift+klik Start.
Wilt u een verkeerd gespeld woord vervangen, typ dan de correct spelling in het veld Vervang door of kies het correcte woord in de lijst en klik vervolgens op Vervangen. Wilt u alle verkeerd gespelde woord vervangen, dan klikt u op Verander alles.
Wilt u suggesties voor het woord in het veld Vervang door opzoeken, dan klikt u op Opzoeken.
Wilt u het geselecteerd woord overslaan, dan klikt u op Negeer.
Wilt u het woord in het veld Vervang door aan een hulpwoordenboek toevoegen, klik dan op Voeg toe. Als er geen hulpwoordenboek geopend is, dan kunt u er een selecteren of maken nadat u op Voeg toe hebt geklikt. Wilt u alle verdachte woorden aan een open hulpwoordenboek toevoegen, dan drukt u op Option+Shift/Alt+Shift en vervolgens op Voeg alle toe.
Klik op Gereed om het Controleer spelling-palet te sluiten.