Instellen van de regelaars/knoppen in het dialoogvenster Print

We gaan als volgt een printopmaak afdrukken:

  1. Kies Archief/Bestand > Print (Command+P/Ctrl+P). Het dialoogvenster Print verschijnt.
  2. Wilt u een printer driver (stuurprogramma) selecteren, dan kiest u een optie in het keuzemenu Printer.
    • Alleen Windows: Door te klikken op de knop Eigenschappen wordt een dialoogvenster geopend met regelopties die specifiek zijn voor het geselecteerde printerstuurprogramma. Raadpleeg de documentatie bij de software van Microsoft Windows voor meer informatie over de opties in dit dialoogvenster of voor de manier waarop printers moeten worden toegevoegd.
  3. Specificeer uitvoeropties op een van de volgende manieren:
    • Wilt u een bestaande uitvoerstijl gebruiken, dan kiest u een optie in het keuzemenu Printstijl.
    • Wilt u printopties handmatig configureren, dan gebruikt u de regelaars/knoppen in de onderste helft van het dialoogvenster. Dit gedeelte van het dialoogvenster Print is verdeeld in twee panelen. Wilt u een paneel openen, dan klikt u op zijn naam in het overzicht links onder. Raadpleeg “Dialoogvenster Print” voor meer informatie.
    • Wilt u de geselecteerde printopties vastleggen als een nieuwe uitvoerstijl, dan kiest u Nieuwe printuitvoerstijl in het keuzemenu Printstijl.
  4. Als u het aantal exemplaren wilt opgeven dat u wilt printen, moet u in het veld Aantal een waarde invoeren.
  5. Als u wilt opgeven welke pagina’s u wilt printen, moet u in het veld Pagina’s een waarde invoeren. U kunt paginabereiken, niet-opeenvolgende pagina’s of een combinatie van beide invoeren om te printen. Gebruik komma’s en koppeltekens om een opeenvolgende of niet-opeenvolgende paginareeks te definiëren. Als u bijvoorbeeld een paginaopmaak van 20 pagina’s hebt en u wilt daarvan de pagina’s 3 t/m 9, 12 t/m 15 en pagina 19 printen, voer in het veld pag.(‘s)-veld dan 3–9, 12–15, 19 in.
  6. Wilt u opgeven dat alleen de oneven, even of alle pagina’s moeten worden geprint, dan kiest u een optie in het keuzemenu Volgorde. Alle (de standaardinstelling) print alle gerelateerde pagina’s. Wanneer u Oneven kiest, worden alleen de oneven pagina’s geprint. Wanneer u Even kiest, worden alleen de even pagina’s geprint.
  7. Als u uw document kleiner of groter wilt printen, voert u in het veld Schaal een percentage in. De standaardinstelling is 100%.
  8. Als u van de opmaak twee of meer exemplaren print en u elk exemplaar in opeenvolgende volgorde uit de printer wilt laten komen, kruist u het vakje Sorteren aan. Als het selectievakje Sorteren niet is ingeschakeld, print het programma gelijktijdig meerdere exemplaren van elke pagina.
  9. Wilt u naast elkaar op film of op papier uitvouwen printen (horizontaal naast elkaar liggende pagina’s), dan kruist u het vakje Uitvouw aan.
  10. Wilt u een opmaak van meerdere pagina’s printen in omgekeerde volgorde, dan moet u het vakje Begin met laatste pag. aankruisen. De laatste opmaakpagina wordt dan het eerst geprint.
  11. Kruis het vakje Past in afdrukgebied aan om het formaat van een pagina in uw opmaak te laten passen in het afdrukbare gebied van het geselecteerde uitvoermedium.
  12. Alleen Mac OS: Klik op de knop Printer om het dialoogvenster Printerstuurprogramma te openen. Raadpleeg de documentatie bij uw computer voor meer informatie.
  13. Klik op Print om de opmaak te printen.
  14. Klik op Annuleer om het dialoogvenster Print te sluiten zonder de instellingen te bewaren en zonder de opmaak te printen.
    Opmerking: Het gebied rechts boven in het dialoogvenster Print is het paginavoorvertoningsvenster. U kunt deze afbeelding gebruiken om van tevoren te zien hoe de pag
    ina’s uit de uitvoerapparatuur komen.
Hoofdonderwerp: Opmaken printen

Instellen van de regelaars/knoppen in het dialoogvenster Print